Lukas 10:29

SVMaar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste?
Steph ο δε θελων δικαιουν εαυτον ειπεν προς τον ιησουν και τις εστιν μου πλησιον
Trans.o de thelōn dikaioun eauton eipen pros ton iēsoun kai tis estin mou plēsion

Algemeen

Zie ook: Jezus Christus

Aantekeningen

Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

ο
-
δε
Maar
θελων
hij, willende

-
δικαιουν
rechtvaardigen

-
εαυτον
zichzelven
ειπεν
zeide

-
προς
tot
τον
-
ιησουν
Jezus
και
En
τις
wie
εστιν
is

-
μου
mijn
πλησιον
naaste

Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste?


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!