Aantekeningen bij de Bijbel: Lukas 11:3

Lukas 11:3

SV	Geef ons elken dag ons dagelijks brood.
Steph	τον αρτον ημων τον επιουσιον διδου ημιν το καθ ημεραν
Trans.	ton arton ēmōn ton epiousion didou ēmin to kath ēmeran

Algemeen

Geef ons elken dag ons dagelijks brood.

dagelijks brood, Hierbij is belangrijk dat "brood" in de meeste gevallen ook gelijkgesteld kan worden met "eten/voedsel". In een tijd dat de meeste mensen iedere dag afhankelijk waren of ze werk hadden of niet en daarmee geld om eten te kopen, was dit een praktisch punt. Bidden voor voedsel, betekende ook dat je werk had en zo het levensonderhoud van niet alleen jezelf maar ook je gezin kon voorzien. Dat het hier niet alleen arme mensen betreft, blijkt uit het feit dat ook bij de Egyptische mummies van farao's (dus de rijkste mensen) is geconstateerd dat ze vaak honger leden.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

τον

αρτον

brood

ημων

ons

τον

επιουσιον

dagelijks

διδου

Geef

ημιν

ons

το

καθ

elken

ημεραν

dag

Geef ons elken dag ons dagelijks brood.

Deze tekst lijkt op het gebed dat Joden bidden bij het eten van brood (Hamotzi): בָּרוּךְ אַתָּה ה׳ אֱלֹהֵינוּ מֶלֶךְ הָעוֹלָם הַמּוֹצִיא לֶחֶם מִן הָאָרֶץ׃‎ "Gezegend zijt Gij, HEER onze God, Koning van het heelal, Die brood voortbrengt uit de aarde."
De betekenis van τὸν ἐπιούσιος ^{G3588 G1967} ton epiousion is erg omstreden. Dit komt omdat het tweede woord in buitenbijbelse bronnen slechts twee keer voorkomt (Origen, De Orat. 27.7; Didachè 8.2), en in de Bijbel alleen in het Onze Vader (Mat. 6:11; Luk. 11:3 †). Het is ook onzeker van welk werkwoord we ἐπαύριον epiousion moeten afleiden ('zijn' of 'komen'). De volgende betekenissen zijn voorgesteld: a) brood nodig voor levensonderhoud; b) brood voor de betreffende dag; c) brood voor de volgende dag; d) brood dat bij haar (nl. vandaag) hoort; e) brood van de toekomst; f) brood van morgen.

____

επιουσιον mss*; quotidianum Vg; cotidianum Vg^neo;
Lacune in minuscule 361, ε 316 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 182): Luk. 8:14-11:20;

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!