Lukas 5:34

SVDoch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?
Steph ο δε ειπεν προς αυτους μη δυνασθε τους υιους του νυμφωνος εν ω ο νυμφιος μετ αυτων εστιν ποιησαι νηστευειν
Trans.o de eipen pros autous mē dynasthe tous yious tou nymphōnos en ō o nymphios met autōn estin poiēsai nēsteuein

Algemeen

Zie ook: Bruidegom, Bruiloft, Vasten
Jesaja 62:5, 2 Corinthiers 11:2

Aantekeningen

Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

ο
-
δε
Doch
ειπεν
Hij zeide

-
προς
tot
αυτους
hen
μη
-
δυνασθε
Kunt gij

-
τους
-
υιους
de bruiloftskinderen
του
-
νυμφωνος
-
εν
-
ω
terwijl
ο
-
νυμφιος
de Bruidegom
μετ
bij
αυτων
hen
εστιν
is

-
ποιησαι
doen

-
νηστευειν
vasten

-

Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!