Maleachi 1:3

ABEn Ezau haatte Ik en van zijn bergen maakte Ik een woestenij en zijn erfenis [was] voor de jakhalzen van de woestijn.
SVEn Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld [tot] een verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn.
WLCוְאֶת־עֵשָׂ֖ו שָׂנֵ֑אתִי וָאָשִׂ֤ים אֶת־הָרָיו֙ שְׁמָמָ֔ה וְאֶת־נַחֲלָתֹ֖ו לְתַנֹּ֥ות מִדְבָּֽר׃
Trans.wə’eṯ-‘ēśāw śānē’ṯî wā’āśîm ’eṯ-hārāyw šəmāmâ wə’eṯ-naḥălāṯwō ləṯannwōṯ miḏəbār:

Algemeen

Zie ook: Bergen, Draak, Ezau, Jakhals, Reptielen, Woestijn

Aantekeningen

En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld [tot] een verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

en

אֶת־

-

עֵשָׂ֖ו

Ezau

שָׂנֵ֑אתִי

heb Ik gehaat

וָ

en

אָשִׂ֤ים

Ik heb gesteld

אֶת־

-

הָרָיו֙

zijn bergen

שְׁמָמָ֔ה

een verwoesting

וְ

en

אֶת־

-

נַחֲלָת֖וֹ

zijn erve

לְ

voor

תַנּ֥וֹת

de draken

מִדְבָּֽר

der woestijn


En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld [tot] een verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!