SV | En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden [wel], dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen. |
Steph | και προσπορευονται αυτω ιακωβος και ιωαννης οι υιοι ζεβεδαιου λεγοντες διδασκαλε θελομεν ινα ο εαν αιτησωμεν ποιησης ημιν |
Trans. | kai prosporeuontai autō iakōbos kai iōannēs oi yioi zebedaiou legontes didaskale thelomen ina o ean aitēsōmen poiēsēs ēmin |
En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden [wel], dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden [wel], dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!