Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | En Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren. |
Steph | και ο ιουδας ο ισκαριωτησ εις των δωδεκα απηλθεν προς τους αρχιερεις ινα παραδω αυτον αυτοις
|
Trans. | kai o ioudas o iskariōtēs̱ eis tōn dōdeka apēlthen pros tous archiereis ina paradō auton autois |
Algemeen
Zie ook: Discipelen (twaalf), Hogepriester, Judas Iskariot, Priester
Mattheus 26:14, Lukas 22:4
Aantekeningen
En Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren.
- de overpriesters, Hiermee worden de hogepriester, de ex-hogepriesters en leden van de hogepriesterlijke familie bedoeld.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
αρχιερεις
de overpriesters
|
En Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren.
- Ισκαριωτησ "uit Kerioth" een plaats in Judea; Uit deze toevoeging kwam hij waarschijnlijk uit een plaats in Judea en was daarmee de enige discipel van Jezus die uit Judea kwam. Kerioth of K’riot is een plaats קריות welke genoemd wordt in Jer. 48:24, 41, Amos 2;2, en misschien in Jozua 15:25. Daar kerioth het meervoud is van kirya "stad", kan ish kerioth ook gewoon een aanduiding zijn van "man uit de steden", waarmee dan vermoedelijk de grote stad Jeruzalem wordt bedoeld. Sommigen denken dat iskariot is afgeleid van het Griekse woord voor '(sluip)moordenaar' sikarios is en in het Latijn sicarius (van sica "dolk") en brengen Judas in verband met de bende van de 'Sikariërs', een bende joodse nationalisten, die opereerde in Judea nadat stadhouder Felix een groot aantal rovers en bandieten had laten oppakken (Flavius Josephus, Bellum Iudaïcum II 254-257; Antiquitates Iudaïcae XX 162-165,185-187). De meeste theologen zijn niet overtuigd van deze vermeende connectie.
____
- Komt niet voor in minuscule 33, δ 48, Codex Colbertinus 2844 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 136): Mark. 9:31-11:11; 13:11-14:60; Luk. 21:38-23:26.
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!