SV | En Jezus zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal maken, dat gij vissers der mensen zult worden. |
Steph | και ειπεν αυτοις ο ιησους δευτε οπισω μου και ποιησω υμας γενεσθαι αλιεις ανθρωπων |
Trans. | kai eipen autois o iēsous deute opisō mou kai poiēsō ymas genesthai alieis anthrōpōn |
Kernachtig roept Jezus de twee broers. Kom achter Mij. Het is geen vraag die Jezus stelt. Het is geen uitnodiging die Hij doet. Nee, deze uitspraak staat in de gebiedende wijs: Kom! Hij is dan ook de Rabbi, de Meester. Volg Mij.
Volgen doe je als je achter iemand aan komt. Maar het betekent ook dat Jezus voorop gaat! Hij wijst de weg. Wie Hem volgt, die komt op de plaats van bestemming.
In het Koninkrijk van God komt alleen de rechtvaardige, de tsadiek. En elke tsadiek moet opgevist worden. Jezus roept daarom als eerste een paar vissers. Kom! Ik maak vissers van mensen van jullie! Er is ander werk voor jullie te doen. De ene tsadiek vist straks de andere uit het water. Denk maar aan een kind. Als het nog niet geboren is, dan dobbert het in het vruchtwater. Maar daar kan het niet blijven. Het gaat het leven in en komt op het droge. Wie Jezus volgt, komt op het droge. Dan kom je tot je bestemming. Dan ben je een tsadiek.
Wat doe jij als Jezus je roept: Kom!? (Anco van Moolenbroek)
En Jezus zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal maken, dat gij vissers der mensen zult worden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En Jezus zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal maken, dat gij vissers der mensen zult worden.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!