SV | Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: [Deze]: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven; |
Steph | λεγει αυτω ποιας ο δε ιησους ειπεν το ου φονευσεις ου μοιχευσεις ου κλεψεις ου ψευδομαρτυρησεις |
Trans. | legei autō poias o de iēsous eipen to ou phoneuseis ou moicheuseis ou klepseis ou pseudomartyrēseis |
Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: [Deze]: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: [Deze]: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!