SV | En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet [een] steen op den [anderen] steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. |
Steph | ο δε ιησουσ ειπεν αυτοις ου βλεπετε παντα ταυτα αμην λεγω υμιν ου μη αφεθη ωδε λιθος επι λιθον ος ου μη καταλυθησεται |
Trans. | o de iēsous̱ eipen autois ou blepete panta tauta amēn legō ymin ou mē aphethē ōde lithos epi lithon os ou mē katalythēsetai |
En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet [een] steen op den [anderen] steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet [een] steen op den [anderen] steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!