Aantekeningen bij de Bijbel: Mattheus 26:32

Mattheus 26:32

SV	Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.

Trans.	meta de to egerthēnai me proaxō ymas eis tēn galilaian

Algemeen

Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.

Galilea, het noordelijke gedeelte van Israël en besloeg de gebieden van de stammen van Aser, Naftali, Zebulon en Issaschar. Ten tijde van Flavius Josephus had Galilea meer dan 200 steden en dorpen, en ongeveer drie miljoen inwoners. Het werd begrensd in het zuiden door Samaria, en omvatte het gehele noordelijke deel van Israël.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

μετα

nadat

δε

Maar

το

εγερθηναι

zal opgestaan zijn

με

προαξω

voorgaan

υμας

zal Ik

εις

naar

την

γαλιλαιαν

Galiléa

Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.

____

Lacune in minuscule 416, ε 422 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 187-188): Mat. 1:1-25:36; 26:17-27:17; 27:35-Mark. 2:25; Joh. 18:8-21:25;

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!