Micha 2:8

SVMaar gisteren stelde zich Mijn volk op, tot vijand, tegenover een kleed; gij stroopt een mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd.
WLCוְאֶתְמ֗וּל עַמִּי֙ לְאֹויֵ֣ב יְקֹומֵ֔ם מִמּ֣וּל שַׂלְמָ֔ה אֶ֖דֶר תַּפְשִׁט֑וּן מֵעֹבְרִ֣ים בֶּ֔טַח שׁוּבֵ֖י מִלְחָמָֽה׃
Trans.wə’eṯəmûl ‘ammî lə’wōyēḇ yəqwōmēm mimmûl śaləmâ ’eḏer tafəšiṭûn mē‘ōḇərîm beṭaḥ šûḇê miləḥāmâ:

Aantekeningen

Maar gisteren stelde zich Mijn volk op, tot vijand, tegenover een kleed; gij stroopt een mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אֶתְמ֗וּל

Maar gisteren

עַמִּי֙

Mijn volk

לְ

-

אוֹיֵ֣ב

tot vijand

יְקוֹמֵ֔ם

stelde zich

מִ

-

מּ֣וּל

tegenover

שַׂלְמָ֔ה

een kleed

אֶ֖דֶר

een mantel

תַּפְשִׁט֑וּן

gij stroopt

מֵ

-

עֹבְרִ֣ים

voorbijgaan

בֶּ֔טַח

degenen, die zeker

שׁוּבֵ֖י

wederkomende

מִלְחָמָֽה

van den strijd


Maar gisteren stelde zich Mijn volk op, tot vijand, tegenover een kleed; gij stroopt een mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!