AB | Tot hen die [hun] zegel plaatsten: Nehemia de Hattirsatha, zoon van Hachalja, en Zidkia, |
SV | Tot de verzegelingen nu waren: Nehemia Hattirsatha, zoon van Hachalja, en Zidkia, |
WLC | וּבְכָל־זֹ֕את אֲנַ֛חְנוּ כֹּרְתִ֥ים אֲמָנָ֖ה וְכֹתְבִ֑ים וְעַל֙ הֶֽחָת֔וּם שָׂרֵ֥ינוּ לְוִיֵּ֖נוּ כֹּהֲנֵֽינוּ׃ |
Trans. | 10:2 wə‘al haḥăṯûmîm nəḥeməyâ hatirəšāṯā’ ben-ḥăḵaləyâ wəṣiḏəqîyâ: |
Tot de verzegelingen nu waren: Nehemia Hattirsatha, zoon van Hachalja, en Zidkia,
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Tot de verzegelingen nu waren: Nehemia Hattirsatha, zoon van Hachalja, en Zidkia,
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!