AB | Toen zei de koning tot mij, omdat zijn lievelingsvrouw naast hem zat: Hoe lang zal je reis duren en wanneer zult je terugkomen? En de koning was gewillig om mij te sturen, toen ik hem de tijdsduur had doorgegeven. |
SV | Toen zeide de koning tot mij, daar de koningin nevens hem zat: Hoe lang zal uw reis wezen, en wanneer zult gij wederkomen? En het behaagde den koning, dat hij mij zond, als ik hem zekeren tijd gesteld had. |
WLC | וַיֹּאמֶר֩ לִ֨י הַמֶּ֜לֶךְ וְהַשֵּׁגַ֣ל ׀ יֹושֶׁ֣בֶת אֶצְלֹ֗ו עַד־מָתַ֛י יִהְיֶ֥ה מַֽהֲלָכֲךָ֖ וּמָתַ֣י תָּשׁ֑וּב וַיִּיטַ֤ב לִפְנֵֽי־הַמֶּ֙לֶךְ֙ וַיִּשְׁלָחֵ֔נִי וָֽאֶתְּנָ֥ה לֹ֖ו זְמָֽן׃ |
Trans. | wayyō’mer lî hammeleḵə wəhaššēḡal ywōšeḇeṯ ’eṣəlwō ‘aḏ-māṯay yihəyeh mahălāḵăḵā ûmāṯay tāšûḇ wayyîṭaḇ lifənê-hammeleḵə wayyišəlāḥēnî wā’etənâ lwō zəmān: |
Toen zeide de koning tot mij, daar de koningin nevens hem zat: Hoe lang zal uw reis wezen, en wanneer zult gij wederkomen? En het behaagde den koning, dat hij mij zond, als ik hem zekeren tijd gesteld had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide de koning tot mij, daar de koningin nevens hem zat: Hoe lang zal uw reis wezen, en wanneer zult gij wederkomen? En het behaagde den koning, dat hij mij zond, als ik hem zekeren tijd gesteld had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!