SV | En wat de overigen des volks gaven, was aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken. |
WLC | וַיֵּשְׁב֣וּ הַכֹּהֲנִ֣ים וְהַלְוִיִּ֡ם וְהַשֹּׁועֲרִים֩ וְהַמְשֹׁרְרִ֨ים וּמִן־הָעָ֧ם וְהַנְּתִינִ֛ים וְכָל־יִשְׂרָאֵ֖ל בְּעָרֵיהֶ֑ם וַיִּגַּע֙ הַחֹ֣דֶשׁ הַשְּׁבִיעִ֔י וּבְנֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל בְּעָרֵיהֶֽם׃ |
Trans. | 7:71 wa’ăšer nāṯənû šə’ērîṯ hā‘ām zâāḇ darəkəmwōnîm šətê ribwō’ wəḵesef mānîm ’aləpāyim wəḵāṯənōṯ kōhănîm šiššîm wəšiḇə‘â: |
En wat de overigen des volks gaven, was aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En wat de overigen des volks gaven, was aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken.
________Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!