SV | Want zij hebben U niet gediend in hun koninkrijk, en in Uw menigvuldig goed, dat Gij hun gaaft, en in dat wijde en dat vette land, dat Gij voor hun aangezicht gegeven hadt; en zij hebben zich niet bekeerd van hun boze werken. |
WLC | וְהֵ֣ם בְּמַלְכוּתָם֩ וּבְטוּבְךָ֨ הָרָ֜ב אֲשֶׁר־נָתַ֣תָּ לָהֶ֗ם וּבְאֶ֨רֶץ הָרְחָבָ֧ה וְהַשְּׁמֵנָ֛ה אֲשֶׁר־נָתַ֥תָּ לִפְנֵיהֶ֖ם לֹ֣א עֲבָד֑וּךָ וְֽלֹא־שָׁ֔בוּ מִמַּֽעַלְלֵיהֶ֖ם הָרָעִֽים׃ |
Trans. | wəhēm bəmaləḵûṯām ûḇəṭûḇəḵā hārāḇ ’ăšer-nāṯatā lâem ûḇə’ereṣ hārəḥāḇâ wəhaššəmēnâ ’ăšer-nāṯatā lifənêhem lō’ ‘ăḇāḏûḵā wəlō’-šāḇû mimma‘aləlêhem hārā‘îm: |
Want zij hebben U niet gediend in hun koninkrijk, en in Uw menigvuldig goed, dat Gij hun gaaft, en in dat wijde en dat vette land, dat Gij voor hun aangezicht gegeven hadt; en zij hebben zich niet bekeerd van hun boze werken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want zij hebben U niet gediend in hun koninkrijk, en in Uw menigvuldig goed, dat Gij hun gaaft, en in dat wijde en dat vette land, dat Gij voor hun aangezicht gegeven hadt; en zij hebben zich niet bekeerd van hun boze werken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!