SV | En al wie in het open veld een, die met het zwaard verslagen is, of een dode, of het gebeente eens mensen, of een graf zal aangeroerd hebben, zal zeven dagen onrein zijn. |
WLC | וְכֹ֨ל אֲשֶׁר־יִגַּ֜ע עַל־פְּנֵ֣י הַשָּׂדֶ֗ה בַּֽחֲלַל־חֶ֙רֶב֙ אֹ֣ו בְמֵ֔ת אֹֽו־בְעֶ֥צֶם אָדָ֖ם אֹ֣ו בְקָ֑בֶר יִטְמָ֖א שִׁבְעַ֥ת יָמִֽים׃ |
Trans. | wəḵōl ’ăšer-yiga‘ ‘al-pənê haśśāḏeh baḥălal-ḥereḇ ’wō ḇəmēṯ ’wō-ḇə‘eṣem ’āḏām ’wō ḇəqāḇer yiṭəmā’ šiḇə‘aṯ yāmîm: |
En al wie in het open veld een, die met het zwaard verslagen is, of een dode, of het gebeente eens mensen, of een graf zal aangeroerd hebben, zal zeven dagen onrein zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En al wie in het open veld een, die met het zwaard verslagen is, of een dode, of het gebeente eens mensen, of een graf zal aangeroerd hebben, zal zeven dagen onrein zijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!