Aantekeningen bij de Bijbel: Prediker 2:5

Prediker 2:5

SV	Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht.
WLC	עָשִׂ֣יתִי לִ֔י גַּנֹּ֖ות וּפַרְדֵּסִ֑ים וְנָטַ֥עְתִּי בָהֶ֖ם עֵ֥ץ כָּל־פֶּֽרִי׃
Trans.	‘āśîṯî lî gannwōṯ ûfarədēsîm wənāṭ^a‘ətî ḇâem ‘ēṣ kāl-perî:

Algemeen

Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

עָשִׂ֣יתִי

Ik maakte

לִ֔י

גַּנּ֖וֹת

mij hoven

וּ

פַרְדֵּסִ֑ים

en lusthoven

וְ

נָטַ֥עְתִּי

en ik plantte

בָ

הֶ֖ם

עֵ֥ץ

bomen

כָּל־

פֶּֽרִי

in dezelve, van allerlei vrucht

Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht.

פַּרְדֵּס pardes "tuin, park, bos" is een leenwoord en komt alleen voor in (Hoogl. 4:13; Pred. 2:5; Neh. 2:8); Oud Perzisch pairidaeza "park, tuin" (HALOT 963 s.v. פַּרְדֵּס; LSJ 1308), Bab. pardesu "schitterende tuin" (AHw 2:833.a and 3:1582.a), cf. Grieks παραδείσος ^G03857 (paradeisos, “park”), verwijzend naar de parken en tuinen van Persische koningen (LSJ 1308).

____

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!