Prediker 4:8

SVDaar is er een, en geen tweede; hij heeft ook geen kind, noch broeder; nochtans is van al zijn arbeid geen einde; ook wordt zijn oog niet verzadigd van den rijkdom, en [zegt niet]: Voor wien arbeide ik toch, en doe mijn ziel gebrek hebben van het goede? Dit is ook ijdelheid, en het is een moeilijke bezigheid.
WLCיֵ֣שׁ אֶחָד֩ וְאֵ֨ין שֵׁנִ֜י גַּ֣ם בֵּ֧ן וָאָ֣ח אֵֽין־לֹ֗ו וְאֵ֥ין קֵץ֙ לְכָל־עֲמָלֹ֔ו גַּם־ [עֵינָיו כ] (עֵינֹ֖ו ק) לֹא־תִשְׂבַּ֣ע עֹ֑שֶׁר וּלְמִ֣י ׀ אֲנִ֣י עָמֵ֗ל וּמְחַסֵּ֤ר אֶת־נַפְשִׁי֙ מִטֹּובָ֔ה גַּם־זֶ֥ה הֶ֛בֶל וְעִנְיַ֥ן רָ֖ע הֽוּא׃
Trans.yēš ’eḥāḏ wə’ên šēnî gam bēn wā’āḥ ’ên-lwō wə’ên qēṣ ləḵāl-‘ămālwō gam-‘ênāyw ‘ênwō lō’-ṯiśəba‘ ‘ōšer ûləmî| ’ănî ‘āmēl ûməḥassēr ’eṯ-nafəšî miṭṭwōḇâ gam-zeh heḇel wə‘inəyan rā‘ hû’:

Algemeen

Zie ook: Qere en Ketiv, Rijkdom, Ziel

Aantekeningen

Daar is er een, en geen tweede; hij heeft ook geen kind, noch broeder; nochtans is van al zijn arbeid geen einde; ook wordt zijn oog niet verzadigd van den rijkdom, en [zegt niet]: Voor wien arbeide ik toch, en doe mijn ziel gebrek hebben van het goede? Dit is ook ijdelheid, en het is een moeilijke bezigheid.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

יֵ֣שׁ

Daar is er

אֶחָד֩

een

וְ

-

אֵ֨ין

-

שֵׁנִ֜י

en geen tweede

גַּ֣ם

-

בֵּ֧ן

hij heeft ook geen kind

וָ

-

אָ֣ח

noch broeder

אֵֽין־

-

ל֗

-

וֹ

-

וְ

-

אֵ֥ין

-

קֵץ֙

geen einde

לְ

-

כָל־

-

עֲמָל֔וֹ

nochtans is van al zijn arbeid

גַּם־

-

עיניו

ook wordt zijn oog

עֵינ֖וֹ

-

לֹא־

-

תִשְׂבַּ֣ע

niet verzadigd

עֹ֑שֶׁר

van den rijkdom

וּ

-

לְ

-

מִ֣י׀

-

אֲנִ֣י

-

עָמֵ֗ל

en Voor wien arbeide ik

וּ

-

מְחַסֵּ֤ר

gebrek hebben

אֶת־

-

נַפְשִׁי֙

toch, en doe mijn ziel

מִ

-

טּוֹבָ֔ה

van het goede

גַּם־

-

זֶ֥ה

-

הֶ֛בֶל

Dit is ook ijdelheid

וְ

-

עִנְיַ֥ן

bezigheid

רָ֖ע

en het is een moeilijke

הֽוּא

-


Daar is er een, en geen tweede; hij heeft ook geen kind, noch broeder; nochtans is van al zijn arbeid geen einde; ook wordt zijn oog niet verzadigd van den rijkdom, en [zegt niet]: Voor wien arbeide ik toch, en doe mijn ziel gebrek hebben van het goede? Dit is ook ijdelheid, en het is een moeilijke bezigheid.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!