Prediker 7:26

SVEn ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, [en] haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.
WLCוּמֹוצֶ֨א אֲנִ֜י מַ֣ר מִמָּ֗וֶת אֶת־הָֽאִשָּׁה֙ אֲשֶׁר־הִ֨יא מְצֹודִ֧ים וַחֲרָמִ֛ים לִבָּ֖הּ אֲסוּרִ֣ים יָדֶ֑יהָ טֹ֞וב לִפְנֵ֤י הָאֱלֹהִים֙ יִמָּלֵ֣ט מִמֶּ֔נָּה וְחֹוטֵ֖א יִלָּ֥כֶד בָּֽהּ׃
Trans.ûmwōṣe’ ’ănî mar mimmāweṯ ’eṯ-hā’iššâ ’ăšer-hî’ məṣwōḏîm waḥărāmîm libāh ’ăsûrîm yāḏeyhā ṭwōḇ lifənê hā’ĕlōhîm yimmālēṭ mimmennâ wəḥwōṭē’ yillāḵeḏ bāh:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Hand (lichaamsdeel), Hart (lichaamsdeel)
Spreuken 5:3, Spreuken 6:24, Spreuken 7:6

Aantekeningen

En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, [en] haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וּ

-

מוֹצֶ֨א

En ik vond

אֲנִ֜י

-

מַ֣ר

een bitterder

מִ

-

מָּ֗וֶת

ding, dan de dood

אֶת־

-

הָֽ

-

אִשָּׁה֙

een vrouw

אֲשֶׁר־

-

הִ֨יא

-

מְצוֹדִ֧ים

netten

וַ

-

חֲרָמִ֛ים

en garen

לִבָּ֖הּ

welker hart

אֲסוּרִ֣ים

banden

יָדֶ֑יהָ

haar handen

ט֞וֹב

zijn; wie goed

לִ

-

פְנֵ֤י

aangezicht

הָ

-

אֱלֹהִים֙

is voor Gods

יִמָּלֵ֣ט

zal van haar ontkomen

מִמֶּ֔נָּה

-

וְ

-

חוֹטֵ֖א

daarentegen de zondaar

יִלָּ֥כֶד

zal van haar gevangen worden

בָּֽהּ

-


En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, [en] haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!