AB | Jij hebt tot de HEERE gezegd: U bent de Heere, mijn goedheid niets gaat er boven U. |
SV | [O mijn ziel!] gij hebt tot den HEERE gezegd: Gij zijt de HEERE, mijn goedheid [raakt] niet tot U; |
WLC | אָמַ֣רְתְּ לַֽ֭יהוָה אֲדֹנָ֣י אָ֑תָּה טֹ֝ובָתִ֗י בַּל־עָלֶֽיךָ׃ |
Trans. | ’āmarətə laJHWH ’ăḏōnāy ’ātâ ṭwōḇāṯî bal-‘āleyḵā: |
[O mijn ziel!] gij hebt tot den HEERE gezegd: Gij zijt de Heere, mijn goedheid [raakt] niet tot U;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
[O mijn ziel!] gij hebt tot den HEERE gezegd: Gij zijt de Heere, mijn goedheid [raakt] niet tot U;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!