SV | Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God? |
WLC | הָֽיְתָה־לִּ֬י דִמְעָתִ֣י לֶ֭חֶם יֹומָ֣ם וָלָ֑יְלָה בֶּאֱמֹ֥ר אֵלַ֥י כָּל־הַ֝יֹּ֗ום אַיֵּ֥ה אֱלֹהֶֽיךָ׃ |
Trans. | hāyəṯâ-llî ḏimə‘āṯî leḥem ywōmām wālāyəlâ be’ĕmōr ’ēlay kāl-hayywōm ’ayyēh ’ĕlōheyḵā: |
Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!