SV | Zij sterken zichzelven [in] een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen; zij zeggen: Wie zal ze zien? |
WLC | יְחַזְּקוּ־לָ֨מֹו ׀ דָּ֘בָ֤ר רָ֗ע יְֽ֭סַפְּרוּ לִטְמֹ֣ון מֹוקְשִׁ֑ים אָ֝מְר֗וּ מִ֣י יִרְאֶה־לָּֽמֹו׃ |
Trans. | yəḥazzəqû-lāmwō dāḇār rā‘ yəsapərû liṭəmwōn mwōqəšîm ’āmərû mî yirə’eh-llāmwō: |
Zij sterken zichzelven [in] een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen; zij zeggen: Wie zal ze zien?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Zij sterken zichzelven [in] een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen; zij zeggen: Wie zal ze zien?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!