SV | Als ik nu zag, dat gij niet verlostet, zo stelde ik mijn ziel in mijn hand, en toog door tot de kinderen Ammons, en de HEERE gaf hen in mijn hand; waarom zijt gij dan te dezen dage tot mij opgekomen, om tegen mij te strijden? |
WLC | וָֽאֶרְאֶ֞ה כִּֽי־אֵינְךָ֣ מֹושִׁ֗יעַ וָאָשִׂ֨ימָה נַפְשִׁ֤י בְכַפִּי֙ וָֽאֶעְבְּרָה֙ אֶל־בְּנֵ֣י עַמֹּ֔ון וַיִּתְּנֵ֥ם יְהוָ֖ה בְּיָדִ֑י וְלָמָ֞ה עֲלִיתֶ֥ם אֵלַ֛י הַיֹּ֥ום הַזֶּ֖ה לְהִלָּ֥חֶם בִּֽי׃ |
Trans. | wā’erə’eh kî-’ênəḵā mwōšî‘a wā’āśîmâ nafəšî ḇəḵapî wā’e‘əbərâ ’el-bənê ‘ammwōn wayyitənēm JHWH bəyāḏî wəlāmâ ‘ălîṯem ’ēlay hayywōm hazzeh ləhillāḥem bî: |
Als ik nu zag, dat gij niet verlostet, zo stelde ik mijn ziel in mijn hand, en toog door tot de kinderen Ammons, en de HEERE gaf hen in mijn hand; waarom zijt gij dan te dezen dage tot mij opgekomen, om tegen mij te strijden?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als ik nu zag, dat gij niet verlostet, zo stelde ik mijn ziel in mijn hand, en toog door tot de kinderen Ammons, en de HEERE gaf hen in mijn hand; waarom zijt gij dan te dezen dage tot mij opgekomen, om tegen mij te strijden?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!