Richteren 13:6

SVToen kwam deze vrouw in, en sprak tot haar man, zeggende: Er kwam een Man Gods tot mij, Wiens aangezicht was als het aangezicht van een Engel Gods, zeer vreselijk; en ik vraagde Hem niet, van waar Hij was, en Zijn naam gaf Hij mij niet te kennen.
WLCוַתָּבֹ֣א הָאִשָּׁ֗ה וַתֹּ֣אמֶר לְאִישָׁהּ֮ לֵאמֹר֒ אִ֤ישׁ הָאֱלֹהִים֙ בָּ֣א אֵלַ֔י וּמַרְאֵ֕הוּ כְּמַרְאֵ֛ה מַלְאַ֥ךְ הָאֱלֹהִ֖ים נֹורָ֣א מְאֹ֑ד וְלֹ֤א שְׁאִלְתִּ֙יהוּ֙ אֵֽי־מִזֶּ֣ה ה֔וּא וְאֶת־שְׁמֹ֖ו לֹֽא־הִגִּ֥יד לִֽי׃
Trans.watāḇō’ hā’iššâ watō’mer lə’îšāh lē’mōr ’îš hā’ĕlōhîm bā’ ’ēlay ûmarə’ēhû kəmarə’ēh malə’aḵə hā’ĕlōhîm nwōrā’ mə’ōḏ wəlō’ šə’ilətîhû ’ê-mizzeh hû’ wə’eṯ-šəmwō lō’-higîḏ lî:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat

Aantekeningen

Toen kwam deze vrouw in, en sprak tot haar man, zeggende: Er kwam een Man Gods tot mij, Wiens aangezicht was als het aangezicht van een Engel Gods, zeer vreselijk; en ik vraagde Hem niet, van waar Hij was, en Zijn naam gaf Hij mij niet te kennen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תָּבֹ֣א

Toen kwam

הָ

-

אִשָּׁ֗ה

deze vrouw

וַ

-

תֹּ֣אמֶר

in, en sprak

לְ

-

אִישָׁהּ֮

tot haar man

לֵ

-

אמֹר֒

zeggende

אִ֤ישׁ

een Man

הָ

-

אֱלֹהִים֙

Gods

בָּ֣א

Er kwam

אֵלַ֔י

tot

וּ

-

מַרְאֵ֕הוּ

mij, Wiens aangezicht

כְּ

-

מַרְאֵ֛ה

was als het aangezicht

מַלְאַ֥ךְ

van een Engel

הָ

-

אֱלֹהִ֖ים

Gods

נוֹרָ֣א

vreselijk

מְאֹ֑ד

zeer

וְ

-

לֹ֤א

Hem niet

שְׁאִלְתִּ֙יהוּ֙

en ik vraagde

אֵֽי־

waar

מִ

-

זֶּ֣ה

-

ה֔וּא

Hij

וְ

-

אֶת־

-

שְׁמ֖וֹ

was, en Zijn naam

לֹֽא־

gaf Hij mij niet

הִגִּ֥יד

te kennen

לִֽי

-


Toen kwam deze vrouw in, en sprak tot haar man, zeggende: Er kwam een Man Gods tot mij, Wiens aangezicht was als het aangezicht van een Engel Gods, zeer vreselijk; en ik vraagde Hem niet, van waar Hij was, en Zijn naam gaf Hij mij niet te kennen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!