SV | En de man Micha had een godshuis; en hij maakte een efod, en terafim, en vulde de hand van een uit zijn zonen, dat hij hem tot een priester ware. |
WLC | וְהָאִ֣ישׁ מִיכָ֔ה לֹ֖ו בֵּ֣ית אֱלֹהִ֑ים וַיַּ֤עַשׂ אֵפֹוד֙ וּתְרָפִ֔ים וַיְמַלֵּ֗א אֶת־יַ֤ד אַחַד֙ מִבָּנָ֔יו וַיְהִי־לֹ֖ו לְכֹהֵֽן׃ |
Trans. | wəhā’îš mîḵâ lwō bêṯ ’ĕlōhîm wayya‘aś ’ēfwōḏ ûṯərāfîm wayəmallē’ ’eṯ-yaḏ ’aḥaḏ mibānāyw wayəhî-lwō ləḵōhēn: |
En de man Micha had een godshuis; en hij maakte een efod, en terafim, en vulde de hand van een uit zijn zonen, dat hij hem tot een priester ware.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de man Micha had een godshuis; en hij maakte een efod, en terafim, en vulde de hand van een uit zijn zonen, dat hij hem tot een priester ware.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!