Richteren 19:22

SVToen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen.
WLCהֵמָּה֮ מֵיטִיבִ֣ים אֶת־לִבָּם֒ וְהִנֵּה֩ אַנְשֵׁ֨י הָעִ֜יר אַנְשֵׁ֣י בְנֵֽי־בְלִיַּ֗עַל נָסַ֙בּוּ֙ אֶת־הַבַּ֔יִת מִֽתְדַּפְּקִ֖ים עַל־הַדָּ֑לֶת וַיֹּאמְר֗וּ אֶל־הָ֠אִישׁ בַּ֣עַל הַבַּ֤יִת הַזָּקֵן֙ לֵאמֹ֔ר הֹוצֵ֗א אֶת־הָאִ֛ישׁ אֲשֶׁר־בָּ֥א אֶל־בֵּיתְךָ֖ וְנֵדָעֶֽנּוּ׃
Trans.hēmmâ mêṭîḇîm ’eṯ-libām wəhinnēh ’anəšê hā‘îr ’anəšê ḇənê-ḇəlîya‘al nāsabû ’eṯ-habayiṯ miṯədapəqîm ‘al-hadāleṯ wayyō’mərû ’el-hā’îš ba‘al habayiṯ hazzāqēn lē’mōr hwōṣē’ ’eṯ-hā’îš ’ăšer-bā’ ’el-bêṯəḵā wənēḏā‘ennû:

Algemeen

Zie ook: Belial, Hart (lichaamsdeel)
Genesis 19:4, Hosea 9:9, Hosea 10:9

Aantekeningen

Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

הֵמָּה֮

Toen zij

מֵיטִיבִ֣ים

vrolijk maakten

אֶת־

-

לִבָּם֒

nu hun hart

וְ

-

הִנֵּה֩

ziet

אַנְשֵׁ֨י

man

הָ

-

עִ֜יר

van die stad

אַנְשֵׁ֣י

den man

בְנֵֽי־

kinderen

בְלִיַּ֗עַל

die Belials

נָסַ֙בּוּ֙

zo omringden

אֶת־

-

הַ

-

בַּ֔יִת

waren het huis

מִֽתְדַּפְּקִ֖ים

kloppende

עַל־

op

הַ

-

דָּ֑לֶת

de deur

וַ

-

יֹּאמְר֗וּ

en zij spraken

אֶל־

tot

הָ֠

-

אִישׁ

-

בַּ֣עַל

den heer

הַ

-

בַּ֤יִת

des huizes

הַ

-

זָּקֵן֙

den ouden

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

הוֹצֵ֗א

Breng

אֶת־

-

הָ

-

אִ֛ישׁ

-

אֲשֶׁר־

die

בָּ֥א

gekomen is

אֶל־

in

בֵּיתְךָ֖

uw huis

וְ

-

נֵדָעֶֽנּוּ

opdat wij hem bekennen


Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!