SV | Maar de kinderen Israels voeren voort te doen, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; toen sterkte de HEERE Eglon, den koning der Moabieten, tegen Israel, omdat zij deden, dat kwaad was in de ogen des HEEREN. |
WLC | וַיֹּסִ֙פוּ֙ בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל לַעֲשֹׂ֥ות הָרַ֖ע בְּעֵינֵ֣י יְהוָ֑ה וַיְחַזֵּ֨ק יְהוָ֜ה אֶת־עֶגְלֹ֤ון מֶֽלֶךְ־מֹואָב֙ עַל־יִשְׂרָאֵ֔ל עַ֛ל כִּֽי־עָשׂ֥וּ אֶת־הָרַ֖ע בְּעֵינֵ֥י יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayyōsifû bənê yiśərā’ēl la‘ăśwōṯ hāra‘ bə‘ênê JHWH wayəḥazzēq JHWH ’eṯ-‘eḡəlwōn meleḵə-mwō’āḇ ‘al-yiśərā’ēl ‘al kî-‘āśû ’eṯ-hāra‘ bə‘ênê JHWH: |
Maar de kinderen Israëls voeren voort te doen, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; toen sterkte de HEERE Eglon, den koning der Moabieten, tegen Israël, omdat zij deden, dat kwaad was in de ogen des HEEREN.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar de kinderen Israels voeren voort te doen, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; toen sterkte de HEERE Eglon, den koning der Moabieten, tegen Israel, omdat zij deden, dat kwaad was in de ogen des HEEREN.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!