Richteren 3:28

SVEn hij zeide tot hen: Volgt mij na; want de HEERE heeft uw vijanden, de Moabieten, in ulieder hand gegeven. En zij togen af, hem na, en namen de veren van de Jordaan in naar Moab, en lieten niemand overgaan.
WLCוַיֹּ֤אמֶר אֲלֵהֶם֙ רִדְפ֣וּ אַחֲרַ֔י כִּֽי־נָתַ֨ן יְהוָ֧ה אֶת־אֹיְבֵיכֶ֛ם אֶת־מֹואָ֖ב בְּיֶדְכֶ֑ם וַיֵּרְד֣וּ אַחֲרָ֗יו וַֽיִּלְכְּד֞וּ אֶת־מַעְבְּרֹ֤ות הַיַּרְדֵּן֙ לְמֹואָ֔ב וְלֹֽא־נָתְנ֥וּ אִ֖ישׁ לַעֲבֹֽר׃
Trans.wayyō’mer ’ălēhem riḏəfû ’aḥăray kî-nāṯan JHWH ’eṯ-’ōyəḇêḵem ’eṯ-mwō’āḇ bəyeḏəḵem wayyērəḏû ’aḥărāyw wayyiləkəḏû ’eṯ-ma‘əbərwōṯ hayyarədēn ləmwō’āḇ wəlō’-nāṯənû ’îš la‘ăḇōr:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Jordaan, Moab, Pas, Veer, Voorde

Aantekeningen

En hij zeide tot hen: Volgt mij na; want de HEERE heeft uw vijanden, de Moabieten, in ulieder hand gegeven. En zij togen af, hem na, en namen de veren van de Jordaan in naar Moab, en lieten niemand overgaan.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

En hij zeide

אֲלֵ

tot

הֶם֙

-

רִדְפ֣וּ

hen: Volgt

אַחֲרַ֔י

mij na

כִּֽי־

want

נָתַ֨ן

gegeven

יְהוָ֧ה

de HEERE

אֶת־

-

אֹיְבֵיכֶ֛ם

heeft uw vijanden

אֶת־

-

מוֹאָ֖ב

de Moabieten

בְּ

-

יֶדְ

in ulieder hand

כֶ֑ם

-

וַ

-

יֵּרְד֣וּ

En zij togen af

אַחֲרָ֗יו

hem na

וַֽ

-

יִּלְכְּד֞וּ

en namen

אֶת־

-

מַעְבְּר֤וֹת

de veren

הַ

-

יַּרְדֵּן֙

van de Jordaan

לְ

-

מוֹאָ֔ב

in naar Moab

וְ

-

לֹֽא־

niemand

נָתְנ֥וּ

en lieten

אִ֖ישׁ

-

לַ

-

עֲבֹֽר

overgaan


En hij zeide tot hen: Volgt mij na; want de HEERE heeft uw vijanden, de Moabieten, in ulieder hand gegeven. En zij togen af, hem na, en namen de veren van de Jordaan in naar Moab, en lieten niemand overgaan.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!