SV | En Gideon maakte daarvan een efod, en stelde dien in zijn stad, te Ofra; en gans Israel hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en zijn huis tot een valstrik. |
WLC | וַיַּעַשׂ֩ אֹותֹ֨ו גִדְעֹ֜ון לְאֵפֹ֗וד וַיַּצֵּ֨ג אֹותֹ֤ו בְעִירֹו֙ בְּעָפְרָ֔ה וַיִּזְנ֧וּ כָֽל־יִשְׂרָאֵ֛ל אַחֲרָ֖יו שָׁ֑ם וַיְהִ֛י לְגִדְעֹ֥ון וּלְבֵיתֹ֖ו לְמֹוקֵֽשׁ׃ |
Trans. | wayya‘aś ’wōṯwō ḡiḏə‘wōn lə’ēfwōḏ wayyaṣṣēḡ ’wōṯwō ḇə‘îrwō bə‘āfərâ wayyizənû ḵāl-yiśərā’ēl ’aḥărāyw šām wayəhî ləḡiḏə‘wōn ûləḇêṯwō ləmwōqēš: |
En Gideon maakte daarvan een efod, en stelde dien in zijn stad, te Ofra; en gans Israël hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en zijn huis tot een valstrik.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Gideon maakte daarvan een efod, en stelde dien in zijn stad, te Ofra; en gans Israël hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en zijn huis tot een valstrik.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!