Romeinen 2:1

SVDaarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die [anderen] oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die [anderen] oordeelt, doet dezelfde dingen.
Steph διο αναπολογητος ει ω ανθρωπε πας ο κρινων εν ω γαρ κρινεις τον ετερον σεαυτον κατακρινεις τα γαρ αυτα πρασσεις ο κρινων
Trans.dio anapologētos ei ō anthrōpe pas o krinōn en ō gar krineis ton eteron seauton katakrineis ta gar auta prasseis o krinōn

Algemeen

Zie ook: 2 Samuel 12:5, Mattheus 7:1, 1 Corinthiers 4:5

Overzicht


Aantekeningen

Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die [anderen] oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die [anderen] oordeelt, doet dezelfde dingen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

διο
Daarom
αναπολογητος
niet te verontschuldigen
ει
zijt gij

-
ω
-
ανθρωπε
mens
πας
wie
ο
-
κρινων
oordeelt

-
εν
waarin
ω
-
γαρ
want
κρινεις
gij zijt, die oordeelt

-
τον
-
ετερον
gij een ander
σεαυτον
uzelven
κατακρινεις
veroordeelt gij

-
τα
-
γαρ
want
αυτα
dezelfde dingen
πρασσεις
doet

-
ο
-
κρινων
gij, die oordeelt

-

Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die [anderen] oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die [anderen] oordeelt, doet dezelfde dingen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!