Romeinen 3:19

SVWij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld [voor] God verdoemelijk zij.
Steph οιδαμεν δε οτι οσα ο νομος λεγει τοις εν τω νομω λαλει ινα παν στομα φραγη και υποδικος γενηται πας ο κοσμος τω θεω
Trans.oidamen de oti osa o nomos legei tois en tō nomō lalei ina pan stoma phragē kai ypodikos genētai pas o kosmos tō theō

Algemeen

A 3:19

a


   b

Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn;

opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld [voor] God verdoemelijk zij.

3:20

   b'

a'

Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem;

want door de wet is de kennis der zonde.

   B 3:21

a

   b

Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet,

hebbende getuigenis van de wet en de profeten:

3:22

a'

   b'

Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus,

tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.

      C 3:23 a Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods;
3:24

   b

      c

En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade,

door de verlossing, die in Christus Jezus is;

3:25

         d

      c'

   b'

a'

Welken God voorgesteld heeft

[tot] een verzoening, door het geloof in Zijn bloed,

tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid,

door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods;

3:26 Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende dengene, die uit het geloof van Jezus is.
   B' 3:27 a

Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.

3:28    b Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet.
3:29 a' Is God [een] God der Joden alleen? En is Hij het niet ook der heidenen? Ja, ook der heidenen;
3:30    b' Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof.
A' 3:31

a

   b

a'

Doen wij dan de wet te niet door het geloof?

Dat zij verre;

maar wij bevestigen de wet.


Aantekeningen

Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld [voor] God verdoemelijk zij.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

οιδαμεν
Wij weten

-
δε
nu
οτι
dat
οσα
al wat
ο
-
νομος
de wet
λεγει
zegt

-
τοις
-
εν
tot degenen, die onder
τω
-
νομω
de wet
λαλει
zij dat spreekt

-
ινα
zijn; opdat
παν
alle
στομα
mond
φραγη
gestopt worde

-
και
en
υποδικος
verdoemelijk
γενηται
zij

-
πας
de gehele
ο
-
κοσμος
wereld
τω
-
θεω
God

Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld [voor] God verdoemelijk zij.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!