Ruth 3:16

ABZij nu kwam bij haar schoonmoeder, die zei: "Hoe is het nu mijn dochter?" En zij vertelde haar alles wat die man [voor] haar gedaan had.
SVZij nu kwam tot haar schoonmoeder, dewelke zeide: Wie zijt gij, mijn dochter? En zij verhaalde haar alles, wat die man haar gedaan had.
WLCוַתָּבֹוא֙ אֶל־חֲמֹותָ֔הּ וַתֹּ֖אמֶר מִי־אַ֣תְּ בִּתִּ֑י וַתַּ֨גֶּד־לָ֔הּ אֵ֛ת כָּל־אֲשֶׁ֥ר עָֽשָׂה־לָ֖הּ הָאִֽישׁ׃
Trans.watāḇwō’ ’el-ḥămwōṯāh watō’mer mî-’atə bitî watageḏ-lāh ’ēṯ kāl-’ăšer ‘āśâ-lāh hā’îš:

Algemeen

Zie ook: Schoonmoeder

Aantekeningen

Zij nu kwam tot haar schoonmoeder, dewelke zeide: Wie zijt gij, mijn dochter? En zij verhaalde haar alles, wat die man haar gedaan had.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תָּבוֹא֙

Zij nu kwam

אֶל־

tot

חֲמוֹתָ֔הּ

haar schoonmoeder

וַ

-

תֹּ֖אמֶר

dewelke zeide

מִי־

Wie

אַ֣תְּ

zijt gij

בִּתִּ֑י

mijn dochter

וַ

-

תַּ֨גֶּד־

En zij verhaalde

לָ֔הּ

-

אֵ֛ת

-

כָּל־

haar alles

אֲשֶׁ֥ר

wat

עָֽשָׂה־

haar gedaan had

לָ֖הּ

-

הָ

-

אִֽישׁ

die man


Zij nu kwam tot haar schoonmoeder, dewelke zeide: Wie zijt gij, mijn dochter? En zij verhaalde haar alles, wat die man haar gedaan had.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!