Sefanja 2:5

SVWee den inwonenden van de landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen ulieden zijn, gij Kanaan, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat er geen inwoner zal zijn.
WLCהֹ֗וי יֹֽשְׁבֵ֛י חֶ֥בֶל הַיָּ֖ם גֹּ֣וי כְּרֵתִ֑ים דְּבַר־יְהוָ֣ה עֲלֵיכֶ֗ם כְּנַ֙עַן֙ אֶ֣רֶץ פְּלִשְׁתִּ֔ים וְהַאֲבַדְתִּ֖יךְ מֵאֵ֥ין יֹושֵֽׁב׃
Trans.hwōy yōšəḇê ḥeḇel hayyām gwōy kərēṯîm dəḇar-JHWH ‘ălêḵem kəna‘an ’ereṣ pəlišətîm wəha’ăḇaḏətîḵə mē’ên ywōšēḇ:

Algemeen

Zie ook: Filistijnen, Kanaan

Aantekeningen

Wee den inwonenden van de landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen ulieden zijn, gij Kanaän, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat er geen inwoner zal zijn.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

ה֗וֹי

Wee

יֹֽשְׁבֵ֛י

den inwoneren

חֶ֥בֶל

van de landstreek

הַ

-

יָּ֖ם

der zee

גּ֣וֹי

den volken

כְּרֵתִ֑ים

der Cherétim

דְּבַר־

Het woord

יְהוָ֣ה

des HEEREN

עֲלֵיכֶ֗ם

zal tegen

כְּנַ֙עַן֙

ulieden zijn, gij Kanaän

אֶ֣רֶץ

land

פְּלִשְׁתִּ֔ים

der Filistijnen

וְ

-

הַאֲבַדְתִּ֖יךְ

en Ik zal verdoen

מֵ

-

אֵ֥ין

geen

יוֹשֵֽׁב

inwoner


Wee den inwonenden van de landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen ulieden zijn, gij Kanaan, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat er geen inwoner zal zijn.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!