Spreuken 29:5

SVEen man, die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor deszelfs gangen.
WLCגֶּ֭בֶר מַחֲלִ֣יק עַל־רֵעֵ֑הוּ רֶ֝֗שֶׁת פֹּורֵ֥שׂ עַל־פְּעָמָֽיו׃
Trans.geḇer maḥălîq ‘al-rē‘ēhû rešeṯ pwōrēś ‘al-pə‘āmāyw:

Aantekeningen

Een man, die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor deszelfs gangen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

גֶּ֭בֶר

Een man

מַחֲלִ֣יק

vleit

עַל־

-

רֵעֵ֑הוּ

die zijn naaste

רֶ֝֗שֶׁת

een net

פּוֹרֵ֥שׂ

spreidt

עַל־

-

פְּעָמָֽיו

uit voor deszelfs gangen


Een man, die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor deszelfs gangen.

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!