Aantekeningen bij de Bijbel: Spreuken 2:14

Spreuken 2:14

SV	Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;
WLC	הַ֭שְּׂמֵחִים לַעֲשֹׂ֥ות רָ֑ע יָ֝גִ֗ילוּ בְּֽתַהְפֻּכֹ֥ות רָֽע׃
Trans.	haśśəmēḥîm l^a‘ăśwōṯ rā‘ yāḡîlû bəṯahəpuḵwōṯ rā‘:

Aantekeningen

Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

הַ֭

שְּׂמֵחִים

Die blijde

לַ

עֲשׂ֥וֹת

doen

רָ֑ע

zijn in het kwaad

יָ֝גִ֗ילוּ

zich verheugen

בְּֽ

in de verkeerdheden

תַהְפֻּכ֥וֹת

רָֽע

des kwaden

Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;

שמה "blij zijn, zich verheugen"
עָשָׂה "doen, maken"
רע "kwaad, boosheid"
גיל ww "jubelen, juichen, zich verblijden"
תהפכה "perversiteit, slechtheid, verkeerdheid"; Lett. "de perversiteit van het kwaad" (cf. NASB). Het zelfstandig naamwoord רָע fungeert als een bijvoeglijk genitief welke is gewijzigd door het construct zelfstandig naamwoord תַהְפֻּכוֹת, die functioneert als een attributief bijvoeglijk naamwoord.

____

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!