Romeinen 4:9 | Deze zaligspreking dan, is die [alleen] over de besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want wij zeggen, dat Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid. |
Romeinen 4:12 | En een vader der besnijdenis, dengenen [namelijk], die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was. |
Romeinen 4:13 | Want de belofte [is] niet door de wet aan Abraham of zijn zaad [geschied], namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs. |
Romeinen 4:16 | Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen; |
Romeinen 9:7 | Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaak zal u het zaad genoemd worden. |
Romeinen 11:1 | Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin. |
2 Corinthiers 11:22 | Zijn zij Hebreen? Ik ook. Zijn zij Israelieten? Ik ook. Zijn zij het zaad van Abraham? Ik ook. |
Galaten 3:6 | Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend. |
Galaten 3:7 | Zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn. |
Galaten 3:8 | En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd, [zeggende]: In u zullen al de volken gezegend worden. |
Galaten 3:9 | Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham. |
Galaten 3:14 | Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, [en] opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof. |
Galaten 3:16 | Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus. |
Galaten 3:18 | Want indien de erfenis uit de wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door de beloftenis genadiglijk gegeven. |
Galaten 3:29 | En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen. |
Galaten 4:22 | Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije. |
Hebreeen 2:16 | Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan. |
Hebreeen 6:13 | Want als God aan Abraham de belofte deed, dewijl Hij bij niemand, die meerder was, had te zweren, zo zwoer Hij bij Zichzelven, |
Hebreeen 7:1 | Want deze Melchizedek was koning van Salem, een priester des Allerhoogsten Gods, die Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende; |
Hebreeen 7:2 | Aan welken ook Abraham van alles de tienden deelde; die vooreerst overgezet wordt, koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een koning des vredes; |