Romeinen 6:19 | Ik spreek op menselijke wijze, om der zwakheid uws vleses wil; want gelijk gij uw leden gesteld hebt, [om] dienstbaar [te zijn] der onreinigheid en der ongerechtigheid, tot ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden, [om] dienstbaar [te zijn] der gerechtigheid, tot heiligmaking. |
Romeinen 6:22 | Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven. |
1 Corinthiers 1:30 | Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing; |
1 Thessalonicensen 4:3 | Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; |
1 Thessalonicensen 4:4 | Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer; |
1 Thessalonicensen 4:7 | Want God heeft ons niet geroepen tot onreinigheid, maar tot heiligmaking. |
2 Thessalonicensen 2:13 | Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid; |
1 Timotheus 2:15 | Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid. |
Hebreeen 12:14 | Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal; |
1 Petrus 1:2 | Den uitverkorenen naar de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking des Geestes, tot gehoorzaamheid en besprenging des bloeds van Jezus Christus; genade en vrede zij u vermenigvuldigd. |