G40 ἅγιος
heilige, heilig (iets zeer)

Bijbelteksten

1 Petrus 3:5Want alzo versierden zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en waren haar eigen mannen onderdanig;
2 Petrus 1:18En deze stem hebben wij gehoord, als zij van de hemel gebracht is geweest, toen wij met Hem op de heilige berg waren.
2 Petrus 1:21Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods van den Heilige Geest gedreven zijnde, hebben [ze] gesproken.
2 Petrus 2:21Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, [dien] gekend hebbende, [weder] afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was.
2 Petrus 3:2Opdat gij gedachtig zijt aan de woorden, die van de heilige profeten te voren gesproken zijn, en aan ons gebod, die des Heeren en Zaligmakers apostelen zijn;
2 Petrus 3:11Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid!
1 Johannes 2:20Doch gij hebt de zalving van den Heilige, en gij weet alle dingen.
Judas 1:3Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en [u] te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is.
Judas 1:14En van dezen heeft ook Enoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen;
Judas 1:20Maar geliefden, bouwt gij uzelven op uw allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest;
Openbaring 3:7En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent:
Openbaring 4:8En de vier dieren hadden elkeen voor zichzelven zes vleugelen rondom, en waren van binnen vol ogen; en hebben geen rust dag en nacht, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, en Die is, en Die komen zal.
Openbaring 4:11Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.
Openbaring 5:8En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam [neder], hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen.
Openbaring 6:10En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen?
Openbaring 8:3En er kwam een andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks gegeven, opdat hij het [met] de gebeden aller heiligen zou leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is.
Openbaring 8:4En de rook des reukwerks, [met] de gebeden der heiligen, ging op van de hand des engels voor God.
Openbaring 11:2En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig maanden.
Openbaring 11:18En de volken waren toornig geworden, en Uw toorn is gekomen, en de tijd der doden, om geoordeeld te worden, en om het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten, en den heiligen, en dengenen, die Uw Naam vrezen, den kleinen en den groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdierven.
Openbaring 13:7En hetzelve werd [macht] gegeven, om den heiligen krijg aan te doen, en om die te overwinnen; en hetzelve werd macht gegeven over alle geslacht, en taal, en volk.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech