G256 Ἀλφαῖος
Alfeus

Bijbelteksten

Mattheus 10:3Filippus en Bartholomeus; Thomas en Mattheus, de tollenaar; Jakobus, de [zoon] van Alfeus, en Lebbeus, toegenaamd Thaddeus;
Markus 2:14En voorbijgaande zag Hij Levi, [den zoon] van Alfeus, zitten in het tolhuis, en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem.
Markus 3:18En Andreas, en Filippus, en Bartholomeus, en Mattheus, en Thomas, en Jakobus, den [zoon] van Alfeus, en Thaddeus, en Simon Kananites,
Lukas 6:15Mattheus en Thomas, Jakobus, den [zoon] van Alfeus, en Simon genaamd Zelotes;
Handelingen 1:13En als zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, [namelijk] Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeus en Mattheus, Jakobus, [de zoon] van Alfeus, en Simon Zelotes, en Judas, [de broeder] van Jakobus.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken