Handelingen 23:14 | Dewelke gingen tot de overpriesters en de ouderlingen, en zeiden: Wij hebben ons zelven met vervloeking vervloekt, niets te zullen nuttigen, totdat wij Paulus zullen gedood hebben. |
Romeinen 9:3 | Want ik zou zelf [wel] wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broederen, die mijn maagschap zijn naar het vlees; |
1 Corinthiers 12:3 | Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus den Heere [te zijn], dan door den Heiligen Geest. |
1 Corinthiers 16:22 | Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maran-atha! |
Galaten 1:8 | Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. |
Galaten 1:9 | Gelijk wij te voren gezegd hebben, [zo] zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt. |