G436 ἀνθίστημι
tegenstand bieden

Bijbelteksten

Mattheus 5:39Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe;
Lukas 21:15Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken, noch wederstaan allen, die zich tegen u zetten.
Handelingen 6:10En zij konden niet wederstaan de wijsheid en den Geest, door Welken hij sprak.
Handelingen 13:8Maar Elymas, de tovenaar (want alzo wordt zijn naam overgezet), wederstond hen, zoekende den stadhouder van het geloof af te keren.
Romeinen 9:19Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij [dan] nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan?
Romeinen 13:2Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen.
Galaten 2:11En toen Petrus te Antiochie gekomen was, wederstond ik hem in het aangezicht, omdat hij te bestraffen was.
Efeziers 6:13Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.
2 Timotheus 3:8Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof.
2 Timotheus 4:15Van welken wacht gij u ook, want hij heeft onze woorden zeer tegengestaan.
Jakobus 4:7Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden.
1 Petrus 5:9Denwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt.

Mede mogelijk dankzij