Markus 5:20 | En hij ging heen, en begon te verkondigen in het [land] van Dekapolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan had; en zij verwonderden zich allen. |
Markus 5:24 | En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen Hem. |
Markus 6:28 | En bracht zijn hoofd in een schotel, en gaf hetzelve het dochtertje, en het dochtertje gaf hetzelve harer moeder. |
Markus 6:32 | En zij vertrokken in een schip, naar een woeste plaats, alleen. |
Markus 6:36 | Laat ze van U, opdat zij heengaan in de omliggende dorpen en vlekken, en broden voor zichzelven mogen kopen; want zij hebben niet, wat zij eten zullen. |
Markus 6:37 | Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot Hem: Zullen wij heengaan, en kopen voor tweehonderd penningen brood, en hun te eten geven? |
Markus 6:46 | En als Hij aan dezelve hun afscheid gegeven had, ging Hij op den berg om te bidden. |
Markus 7:24 | En van daar opstaande, ging Hij weg naar de landpalen van Tyrus en Sidon; en in een huis gegaan zijnde, wilde Hij niet, dat het iemand wist, en Hij kon [nochtans] niet verborgen zijn. |
Markus 7:30 | En als zij in haar huis kwam, vond zij, dat de duivel uitgevaren was, en de dochter liggende op het bed. |
Markus 8:13 | En Hij verliet hen, en wederom in het schip gegaan zijnde, voer Hij weg naar de andere zijde. |
Markus 9:43 | En indien uw hand u ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur; |
Markus 10:22 | Maar hij, treurig geworden zijnde over dat woord, ging bedroefd weg; want hij had vele goederen. |
Markus 11:4 | En zij gingen heen, en vonden het veulen gebonden bij de deur, buiten aan de wegscheiding, en zij ontbonden hetzelve. |
Markus 12:12 | En zij zochten Hem te vangen, maar zij vreesden de schare; want zij verstonden, dat Hij die gelijkenis op hen sprak; en zij verlieten Hem en gingen weg. |
Markus 14:10 | En Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren. |
Markus 14:12 | En op den eersten dag der ongehevelde [broden], wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet? |
Markus 14:39 | En wederom heengegaan zijnde, bad Hij, sprekende dezelfde woorden. |
Markus 16:13 | Dezen, ook heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij geloofden ook die niet. |
Lukas 1:23 | En het geschiedde, als de dagen zijner bediening vervuld waren, dat hij naar zijn huis ging. |
Lukas 1:38 | En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord. En de engel ging weg van haar. |