G565 ἀπέρχομαι
weggaan, vertrekken

Bijbelteksten

Johannes 18:6Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het; gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde.
Johannes 20:10De discipelen dan gingen wederom naar huis.
Handelingen 4:15En hun geboden hebbende uit te gaan buiten den raad, overlegden zij met elkander,
Handelingen 5:26Toen ging de hoofdman heen, met de dienaren, en bracht hen, [doch] niet met geweld (want zij vreesden het volk, opdat zij niet gestenigd wierden).
Handelingen 9:17En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, [namelijk] Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden.
Handelingen 10:7En als de engel, die tot Cornelius sprak, weggegaan was, riep hij twee van zijn huisknechten, en een godzaligen krijgsknecht van degenen, die gedurig bij hem waren;
Handelingen 28:29En als hij dit gezegd had, gingen de Joden weg, veel twisting hebbenden onder elkander.
Romeinen 15:28Als ik dan dit volbracht, en hun deze vrucht verzegeld zal hebben, zo zal ik door ulieder [stad] naar Spanje afkomen.
Galaten 1:17En ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen, die voor mij apostelen waren; maar ik ging henen naar Arabie, en keerde wederom naar Damaskus.
Jakobus 1:24Want hij heeft zichzelven bemerkt, en is weggegaan, en heeft terstond vergeten, hoedanig hij was.
Judas 1:7Gelijk Sodoma en Gomorra, en de steden rondom dezelve, die op gelijke wijze als deze gehoereerd hebben, en ander vlees zijn nagegaan, tot een voorbeeld voorgesteld zijn, dragende de straf des eeuwigen vuurs.
Openbaring 9:12Het ene wee is weggegaan, ziet, er komen nog twee weeen na dezen.
Openbaring 10:9En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honig.
Openbaring 11:14Het tweede wee is weggegaan; ziet, het derde wee komt haast.
Openbaring 12:17En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en de getuigenis van Jezus Christus hebben.
Openbaring 16:2En de eerste ging henen, en goot zijn fiool uit op de aarde; en er werd een kwaad en boos gezweer aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden, en die zijn beeld aanbaden.
Openbaring 18:14En de vrucht der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan; en al wat lekker en wat heerlijk was, is van u weggegaan; en gij zult hetzelve niet meer vinden.
Openbaring 21:4En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs