G652 ἀπόστολος
boodschapper, apostel

Bijbelteksten

Mattheus 10:2De namen nu der twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; Jakobus, de [zoon] van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder;
Markus 6:30En de apostelen kwamen [weder] tot Jezus, en boodschapten Hem alles, beide wat zij gedaan hadden, en wat zij geleerd hadden.
Lukas 6:13En als het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen tot Zich, en verkoos er twaalf uit hen, die Hij ook apostelen noemde:
Lukas 9:10En de apostelen, wedergekeerd zijnde, verhaalden Hem al wat zij gedaan hadden. En Hij nam hen mede en vertrok alleen in een woeste plaats der stad, genaamd Bethsaida.
Lukas 11:49Waarom ook de wijsheid Gods zegt: Ik zal profeten en apostelen tot hen zenden, en van die zullen zij [sommigen] doden, en [sommigen] zullen zij uitjagen;
Lukas 17:5En de apostelen zeiden tot den Heere: Vermeerder ons het geloof.
Lukas 22:14En als de ure gekomen was, zat Hij aan, en de twaalf apostelen met Hem.
Lukas 24:10En [deze] waren Maria Magdalena, en Johanna, en Maria, [de moeder] van Jakobus, en de andere met haar, die dit tot de apostelen zeiden.
Johannes 13:16Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch een gezant meerder, dan die hem gezonden heeft.
Handelingen 1:2Tot op den dag, in welken Hij opgenomen is, nadat Hij door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren had, bevelen had gegeven.
Handelingen 1:26En zij wierpen hun loten; en het lot viel op Matthias, en hij werd met gemene toestemming tot de elf apostelen gekozen.
Handelingen 2:37En als zij [dit] hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?
Handelingen 2:42En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
Handelingen 2:43En een vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen.
Handelingen 4:33En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen.
Handelingen 4:35En aan een iegelijk werd uitgedeeld, naar dat elk van node had.
Handelingen 4:36En Joses, van de apostelen toegenaamd Barnabas (hetwelk is, overgezet zijnde, een zoon der vertroosting), een Leviet, van geboorte uit Cyprus,
Handelingen 4:37Alzo hij een akker had, verkocht [dien], en bracht het geld, en legde het aan de voeten der apostelen.
Handelingen 5:2En onttrok van den prijs, ook met medeweten zijner vrouw; en bracht een zeker deel, en legde [dat] aan de voeten der apostelen.
Handelingen 5:12En door de handen der apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk; en zij waren allen eendrachtelijk in het voorhof van Salomo.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel