Efeziers 1:1 | Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, aan de heiligen, die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus: |
Efeziers 2:20 | Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; |
Efeziers 3:5 | Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest; |
Efeziers 4:11 | En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; |
Filippenzen 2:25 | Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus, mijn broeder, en medearbeider en medestrijder, en uw afgezondene, en bedienaar mijner nooddruft; |
Colossenzen 1:1 | Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de wil van God, en Timotheus, de broeder, |
1 Thessalonicensen 2:6 | Noch zoekende eer uit mensen, noch van u, noch van anderen; hoewel wij [u] tot last konden zijn als Christus' apostelen; |
1 Timotheus 1:1 | Paulus, een apostel van Jezus Christus, naar het bevel van God, onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, [Die] onze Hope [is], |
1 Timotheus 2:7 | Waartoe ik gesteld ben een prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet), een leraar der heidenen, in geloof en waarheid. |
2 Timotheus 1:1 | Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is, |
2 Timotheus 1:11 | Waartoe ik gesteld ben een prediker, en een apostel, en een leraar der heidenen; |
Titus 1:1 | Paulus, een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; |
Hebreeen 3:1 | Hierom, heilige broeders, die der hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Christus Jezus; |
1 Petrus 1:1 | Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen, verstrooid in Pontus, Galatie, Kappadocie, Azie en Bithynie, |
2 Petrus 1:1 | Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus; |
2 Petrus 3:2 | Opdat gij gedachtig zijt aan de woorden, die van de heilige profeten te voren gesproken zijn, en aan ons gebod, die des Heeren en Zaligmakers apostelen zijn; |
Judas 1:17 | Maar geliefden, gedenkt gij der woorden, die voorzegd zijn van de apostelen van onzen Heere Jezus Christus; |
Openbaring 2:2 | Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en [dat] gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden; |
Openbaring 18:20 | Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld. |
Openbaring 21:14 | En de muur der stad had twaalf fondamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen des Lams. |