G700 ἀρέσκω
behagen

Bijbelteksten

Mattheus 14:6Maar als de dag der geboorte van Herodes gehouden werd, danste de dochter van Herodias in het midden [van hen]; en zij behaagde aan Herodes.
Markus 6:22En als de dochter van dezelve Herodias inkwam, en danste, en Herodes en dengenen die mede aanzaten, behaagde, zo zeide de koning tot het dochtertje: Eis van mij, wat gij ook wilt, en ik zal het u geven.
Handelingen 6:5En dit woord behaagde aan al de menigte; en zij verkoren Stefanus, een man vol des geloofs en des Heiligen Geestes, en Filippus, en Prochorus, en Nicanor, en Timon, en Parmenas, en Nicolaus, een Jodengenoot van Antiochie;
Romeinen 8:8En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
Romeinen 15:1Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen, en niet onszelven te behagen.
Romeinen 15:2Dat dan een iegelijk van ons [zijn] naaste behage ten goede, tot stichting.
Romeinen 15:3Want ook Christus heeft Zichzelven niet behaagd, maar gelijk geschreven is: De smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen.
1 Corinthiers 7:32En ik wil, dat gij zonder bekommernis zijt. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, hoe hij den Heere zal behagen;
1 Corinthiers 7:33Maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe hij de vrouw zal behagen.
1 Corinthiers 7:34Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij den man zal behagen.
1 Corinthiers 10:33Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn eigen voordeel, maar het [voordeel] van velen, opdat zij mochten behouden worden.
Galaten 1:10Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus.
1 Thessalonicensen 2:4Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft.
1 Thessalonicensen 2:15Welke ook gedood hebben den Heere Jezus, en hun eigen profeten; en ons hebben vervolgd, en Gode niet behagen, en alle mensen tegen zijn;
1 Thessalonicensen 4:1Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij [daarin] meer overvloedig wordt.
2 Timotheus 2:4Niemand, die in de krijg dient, wordt ingewikkeld in de handelingen des leeftochts, opdat hij dien moge behagen, die [hem] tot den krijg aangenomen heeft.

Mede mogelijk dankzij