G782 ἀσπάζομαι
salueren, groeten, verwelkomen

Bijbelteksten

Mattheus 5:47En indien gij uw broeders alleen groet, wat doet gij boven anderen? Doen ook niet de tollenaars alzo?
Mattheus 10:12En als gij in het huis gaat, zo groet hetzelve.
Markus 9:15En terstond de gehele schare Hem ziende, werd verbaasd, en toelopende groetten zij Hem.
Markus 15:18En begonnen Hem te groeten, [zeggende]: Wees gegroet, [Gij] Koning der Joden!
Lukas 1:40En kwam in het huis van Zacharias, en groette Elizabet.
Lukas 10:4Draagt geen buidel, noch male, noch schoenen; en groet niemand op den weg.
Handelingen 18:22En als hij te Cesarea was gekomen, ging hij op [naar Jeruzalem], en de Gemeente gegroet hebbende, ging hij af naar Antiochie.
Handelingen 20:1Nadat nu het oproer gestild was, Paulus, de discipelen tot zich geroepen en gegroet hebbende, ging uit om naar Macedonie te reizen.
Handelingen 21:6En als wij elkander gegroet hadden, gingen wij in het schip; maar zijlieden keerden wederom, [elk] naar het zijne.
Handelingen 21:7Wij nu, de scheepvaart volbracht hebbende van Tyrus, kwamen aan te Ptolemais, en de broeders gegroet hebbende, bleven een dag bij hen.
Handelingen 21:19En als hij hen gegroet had, verhaalde hij van stuk tot stuk, wat God onder de heidenen door zijn dienst gedaan had.
Handelingen 25:13En als enige dagen voorbijgegaan waren, kwamen de koning Agrippa en Bernice te Cesarea, om Festus te begroeten.
Romeinen 16:3Groet Priscilla en Aquila, mijn medewerkers in Christus Jezus;
Romeinen 16:5[Groet] ook de Gemeente in hun huis. Groet Epenetus, mijn beminde, die de eersteling is van Achaje in Christus.
Romeinen 16:6Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft.
Romeinen 16:7Groet Andronikus en Junias, mijn magen, en mijn medegevangenen, welke vermaard zijn onder de apostelen, die ook voor mij in Christus geweest zijn.
Romeinen 16:8Groet Amplias, mijn beminde in den Heere.
Romeinen 16:9Groet Urbanus, onzen medearbeider in Christus, en Stachys, mijn beminde.
Romeinen 16:10Groet Apelles, die beproefd is in Christus. Groet hen, die van het [huisgezin] van Aristobulus [zijn].
Romeinen 16:11Groet Herodion, die van mijn maagschap is. Groet hen, die van [het huisgezin] van Narcissus [zijn], degenen [namelijk], die in den Heere zijn.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel