G861 ἀφθαρσία
onvergankelijkheid, eeuwigheid, reinheid, oprechtheid, onbedorvenheid
Romeinen 2:7 | Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven; |
1 Corinthiers 15:42 | Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het [lichaam] wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid; |
1 Corinthiers 15:50 | Doch dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beerven kunnen, en de verderfelijkheid beerft de onverderfelijkheid niet. |
1 Corinthiers 15:53 | Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke [moet] onsterfelijkheid aandoen. |
1 Corinthiers 15:54 | En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning. |
Efeziers 6:24 | De genade [zij] met al degenen, die onzen Heere Jezus Christus liefhebben in onverderfelijkheid. Amen. |
2 Timotheus 1:10 | Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft te niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie; |
Titus 2:7 | Betoon uzelven in alles een voorbeeld van goede werken, [betoon] in de leer onvervalstheid, deftigheid, oprechtheid; |