Lukas 1:74 | Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze. |
1 Corinthiers 16:10 | Zo nu Timotheus komt, ziet, dat hij buiten vreze bij u zij; want hij werkt het werk des Heeren, gelijk als ik. |
Filippenzen 1:14 | En [dat] het meerder [deel] der broederen in den Heere, door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken. |
Judas 1:12 | Dezen zijn vlekken in uw liefdemaaltijden, [en] als zij met u ter maaltijd zijn, weiden zij zichzelven zonder vreze; zij zijn waterloze wolken, die van de winden omgedreven worden; zij zijn als bomen in het afgaan van de herfst, onvruchtbaar, tweemaal verstorven, [en] ontworteld; |