G1072 γεμίζω
vullen, vol maken

Bijbelteksten

Markus 4:37En er werd een grote storm van wind, en de baren sloegen over in het schip, alzo dat het nu vol werd.
Markus 15:36En er liep een, en vulde een spons met edik, en stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken, zeggende: Houdt stil, laat ons zien, of Elias komt, om Hem af te nemen.
Lukas 14:23En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde;
Lukas 15:16En hij begeerde zijn buik te vullen met den draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien.
Johannes 2:7Jezus zeide tot hen: Vult de watervaten met water. En zij vulden ze tot boven toe.
Johannes 6:13Zij vergaderden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden, welke overgeschoten waren dengenen, die gegeten hadden.
Openbaring 8:5En de engel nam het wierookvat, en vulde dat met het vuur des altaars, en wierp het op de aarde; en er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen, en aardbeving.
Openbaring 15:8En de tempel werd vervuld met rook uit de heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; en niemand kon in den tempel ingaan, totdat de zeven plagen der zeven engelen geeindigd waren.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel